Hoogfeest Adelbert 25 juni 2024

ADELBERT, PATROON VAN DE ABDIJ

De voorbije veertien dagen hebben we tijdens de eucharistie horen voorlezen uit het evangelie van Mattheus, en meer in het bijzonder uit de Bergrede. Dat is een heel programmatische toespraak van Jezus. Een opvallend trek in die lange rede is Jezus’ vermaning om niet te koop te lopen met je religieuze praktijken. Aalmoezen geven, bidden en vasten, het dient allemaal in het verborgene te geschieden. Dat heeft niet van doen met het terugdringen van het geloofsleven naar het privédomein, zoals tegenwoordig in bepaalde kringen wel wordt bepleit. Nee, die verborgenheid dient te voorkomen dat we ons ergens op laten voorstaan, aandacht willen trekken met onze vroomheid en uit zijn op waardering en aanzien. Dat wil dus niet zeggen dat we de lamp onder de korenmaat moeten zetten, maar dat ons werken de Vader moet verheerlijken en niet ons ego. De afgelopen twee weken las ik ook nog eens het leven van Adelbert en het trof mij dat zijn portret naadloos samenviel met het leefpatroon dat Mattheus ons schetste. Adelbert heeft er nooit naar gestreefd in de kijker te staan en zocht ook niet de eer van klein en groot, integendeel hij wilde Gods menslievendheid in het licht stellen door zorg te hebben voor kleine mensen hier in Egmond.

Ook de liturgie van vandaag schildert in de lezingen die wij hebben gehoord een mooi portret van onze patroon. Jezus Sirach, de apostel en de evangelist, zij geven ons samen niet alleen een beeld van Adelbert, zij reiken ons ook een model ter navolging aan. Ik ga dit keer niet in op details, maar haal drie beelden uit de Schriftverhalen naar voren, die samen in grote lijnen een tekening van Adelbert opleveren die past bij wat ons in het leven van hem is overgeleverd.

Als je de monnik Adelbert wilt beschrijven, is er dan een beter begin denkbaar dan met de woorden uit Jezus Sirach, die wij zojuist hebben gehoord. “In de vroege ochtend zoekt hij met hart en ziel de Heer die hem gemaakt heeft en hij bidt voor het aangezicht van de Allerhoogste”. Is dat niet op en top de roeping van de monnik Adelbert en hopelijk ook de onze. En hij begint de dag niet tegen heug en meug, nee, met hart en ziel vangt hij de ochtend aan met de lof Gods en het zich onderdompelen in Gods woord, dat zin en ziel geeft zijn bestaan. Wij lezen weliswaar nergens in de vita dat Adelbert een geleerde bolleboos was, maar geraakt en gevoed door Gods mens geworden woord liet hij alles achter om anderen te winnen voor Christus, beeld en gelijkenis van God. Niet met vertoon van woorden of grootse daden, maar door de ontmoetingen en de kleine daden in het leven van alledag te verrichten vanuit het gebed en de bezinning op Gods woord. Die stille omgang met Gods woord en het dagelijkse ritme van het gebed, het was de ziel van zijn bestaan en gaf vorm aan zijn doen en laten. Jezus Sirach tekent ons Adelbert als monnik en bidder.

In Paulus’ brief aan de Thessalonicenzen horen wij hem het beeld van de voedster en van de vader gebruiken, maar vandaag zou ik een ogenblik willen stilstaan bij dat van de voedster, die zich bekommert om de haar toevertrouwde kinderen. Misschien klinkt dat beeld van voedster in onze cultuur wereldvreemd en ouderwets, maar vervang het dan maar door een van de vele vrouwen die in crèches tegenwoordig een analoge rol vervullen. Is de lezing misschien gekozen met het oog op het vriendelijke en milde karakter van Adelbert, dat ons in zijn levensverhaal wordt aangereikt. Hij had oog en tijd voor mensen en was zo fijngevoelig dat hij Eggo met de scene van de appelpit tegemoet kwam in zijn verdriet om een tijdelijke afwezigheid. En in de wonderverhalen die ons in het leven worden verteld zien wij ook hoe Adelbert begaan is met het kleine en grote leed van mensen zoals een moeder en een voedster zich bekommert om het welzijn van hun kinderen. Die moederlijke trek van Adelbert moge ons eraan herinneren dat wij als monniken die in een mannengemeenschap leven de moederlijke kant van ons bestaan niet moeten verwaarlozen. Wij zouden er onszelf mee schaden, maar wij zouden ook onze broeders te kort doen. Van de Egmondse abdij wordt vaak gezegd dat het een stoer gebouw is, dat wind en weer weet te trotseren, en dat dat ook geldt voor de gemeenschap.  Laat het zo zijn, maar vergeten wij dan toch ook niet de vriendelijkheid en de zachte krachten, die een gemeenschap mogen opbouwen tot een familie waar men oog heeft voor broederlijke genegenheid en zorg voor elkaar met een luisterend oor of een opbeurende blik. Adelbert zal er ons om prijzen.

En dan het evangelie. Ook daar twee beelden, dat van huiseigenaar en dat van zijn personeel, zijn dienaren.  Het zijn de dienaren waar ik op wil wijzen. Adelbert zou er zich in herkend hebben. Hij had niets van de heer des huizes, maar hij was almaar in de weer om mensen van dienst te zijn. Hij hield niet alleen het zoontje van Eggo ten doop, maar hij had ook oog voor de materiele zorgen en voor het leven van mensen in gemeenschap. Geen competitie en geen concurrentie treffen wij bij hem aan, maar een leven met en voor de gemeenschap waarvan hij deel was gaan uitmaken. In een wereld waar sinds mensenheugenis wedijver en eigenbelang, het streven naar macht en het zich laten gelden, de kop opsteken, daar is Adelbert een ware leerling van Jezus, die niet gekomen is om te heersen maar om te dienen. In woord en daad. En zo staat er ook van Adelbert in het vierde hoofdstuk van zijn leven: “En wat hij anderen nadrukkelijk met woorden aanraadde, voerde hij eerst zelf in zijn daden uit”.[1] En dat niet morgen of later een keer, maar met de waakzaamheid en de attentie die Gods roep in het heden verstaat.

Moge onze patroon die ons vandaag als bidder, als voedster en als dienaar wordt voorgehouden, ons aanzetten tot navolging, zodat de abdij een plek blijft waar God wordt gezocht en bezongen en waar wij thuis zijn bij elkaar en ieder die aanklopt wordt welkom geheten met de liefde van Christus. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

[1] Vita Adelberti cp. 4

20240625 Hoogfeest Adelbert Jez Sir 39,5-14; 1Tess. 2,6-13  Mc. 13,33-37

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie