Preek 18 juni 2023

Adhj11 2023b Ex. 19,2-6a; Mt. 9,36-10,8

Afgelopen woensdag kregen de eindexamenkandidaten de uitslag. Daarmee begint dan voor menigeen de vakantie. Een tijd van rusten en reizen, een tijd misschien ook van nadenken over de vraag ‘wat ik ga met mijn leven doen?’

Vroeg of laat dient zich die vraag in een mensenleven aan. Soms één keer, soms meerdere malen, wanneer het leven onvoorziene of onverhoopte wendingen kent. Wat beweegt jou? Door wie of wat voel je je geroepen?

Vandaag worden wij in het evangelie deelgenoot gemaakt van een keerpunt in het leven van twaalf leerlingen van het eerste uur, die met Jezus zijn opgetrokken. Tot nu toe was het allemaal vrijblijvend geweest. Zij waren geraakt door wat hij zei en deed en ze waren hem gevolgd als een verliefde ziel die achter iemand aanloopt. Zo gaat dat, toen en nu. Maar vandaag gebeurt er iets dat verder reikt. En dat is het begin van een nieuwe etappe in hun leven.

Wat staat er en wat lezen wij tussen de regels? Wij zien hoe Jezus innerlijk wordt geraakt door de menigte mensen die van alle kanten naar hem toekomt en hulp en troost van hem verwacht. Het was in die dagen al niet anders dan in onze tijd. Er waren winnaars en verliezers. En die laatsten kun je daar heel vaak niet de schuld van geven, want zo rechtlijnig is het leven niet. Hoevelen vallen er niet buiten de boot en weten niet waar te gaan of bij wie hulp te zoeken. Mensen ten einde raad, als schapen zonder herder. Jezus ziet het voor zich, maar vandaag spoelt het als een grote golf over hem heen en hij wordt er tot in zijn binnenste door geraakt. ‘Door medelijden bewogen’ hoorden we.  Raken die woorden ook ons of laten ze ons onverschillig? Jezus sluit de ogen niet voor wat rondom hem gebeurt. Het raakt hem en die gevoeligheid is aangescherpt in zijn stille omgang met de Vader. Van de Vader heft hij geleerd dat niemand te min is of een geval, maar dat ieder mens bij Hem een naam en een gezicht heeft. In die leerschool is Jezus gevormd en die blik van de Vader is de zijne geworden. En vandaag zet die hem aan tot woorden en daden. Hij richt zich tot die groep die met hem optrekt. ‘De oogst is groot’, misschien mogen wij dat vertalen met ‘Er is werk aan de winkel’, maar arbeiders zijn er weinig.  En dan gaat hij verder op een manier die zijn leerlingen wel aanspreekt, maar nog niet op de huid zit: ‘vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten’. Maar dan zet Jezus een volgende stap en betrekt de leerlingen direct bij zijn levenswerk. De innerlijke bewogenheid van de Vader geeft hij hen door om te delen in zijn werk en roeping om mensen helend nabij te zijn. Als geloofsgemeenschap delen wij in Jezus ‘roeping en wordt ons een priesterlijke en herderlijke taak toevertrouwd zoals wij hoorden inde lezing uit Exodus.

Misschien moeten wij hier even een pas op de plaats maken om niet alleen terug te kijken, maar ook vooruit. Achteromkijkend zien wij hoe Jezus handel en wandel bepaald wordt door een blik die niet vanzelfsprekend is. In de media, in het publieke debat en in het gesprek bij de koffie of op de hoeken van de straat ontmoeten wij al te vaak een andere blik, onszelf niet uitgesloten. Daar is de medelijdende blik vaak ver te zoeken en wordt het gesprek bepaald door afwijzing, verdachtmaking, angst en wat al niet meer. De vraag is niet of zo’n reactie begrijpelijk is, maar of zij menselijk is. Is onze blik en, in het verlengde daarvan, is onze taal leven gevend, opbouwend, gemeenschap stichtend of leidt dat alles tot verdeeldheid, uitstoting, marginalisering en allerlei vormen van discriminatie? Dat zijn pertinente vragen voor ieder van ons, voor onze samenleving, maar ook voor onze kerk en allen die daarbij horen.

Wat of wie beweegt jou? Voor Jezus is dat geen vraag meer, hij heeft zijn keuze gemaakt op grond van de diepe overtuiging dat elk mensenkind telt en een tochtgenoot verdient, die Gods liefde voor een ander geloofwaardig maakt. Zijn betrokkenheid is zo groot dat hij zijn leerlingen ertoe aanzet daarvoor de handen uit de mouwen te steken, zich met hart en ziel in te zetten voor dat rijk van God waar mensen wel een naam en een gezicht hebben. Als leerling van Jezus moet je kleur bekennen, je kunt niet aan de kant blijven staan en al helemaal niet de deur sluiten van je hart, je woonplek of land. Wees als Jezus en toon je een herder, een tochtgenoot zodat het koninkrijk nabijkomt. Het woord van paus Franciscus dat de kerk een veldhospitaal moet zijn, is moeiteloos in het evangelie van vandaag terug te lezen.

Het werk in dat veldhospitaal mag dan onze roeping zijn, het valt niet altijd mee.  Laat ons dan het gezelschap van Jezus zoeken en wel op de plek waar hijzelf kracht putte. Je houdt het maar vol als het veldhospitaal soms ook een stille plek mag zijn om op verhaal te komen. Een stille plek, waar je zoals Jezus je bemind weet door de Vader en waar je tegelijk heel die bonte stoet van mensen om ons heen leert zien als broeders en zusters. Mensen zoals wij, mensen van hoop en pijn, mensen van verlangen en verzoeking, mensen geroepen en begenadigd om met elkaar de weg te gaan, de een niet boven de ander, maar de een naast de ander, de een met de ander, herders en hoeders van elkaar.

Laat ons met of zonder vakantie de stille plek opzoeken waar wij de blik van Jezus mogen ontmoeten en zelf met nieuwe ogen onze roeping ontdekken tot heil en heling van allen, opdat het aanschijn der aarde zal worden vernieuwd. Voor U in deemoed, met U in geloof, in U in stilte. AMEN

Abt Thijs Ketelaars

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden