Preek 4 februari 2024

Zondag 5 dhj B 7 februari 2021

Broeders en zusters, Wij vervolgen gedurende deze eerste weken van het kerkelijk jaar de lezing van het evangelie van Marcus, dat het eerste optreden van Jezus als het ware van dag tot dag, bijna van uur tot uur beschrijft. Wij geloven in Gods menswording. Stap voor stap komt Hij aanwezig in ons gewone, alledaagse leven, en maakt dat buitengewoon. Hij komt naar ons toe om ons op te richten, te genezen en te bemoedigen.

In de pericope van vandaag wordt verteld dat Jezus samen met zijn nieuw verworven discipelen op sabbat de synagoge heeft bezocht. Gewoner kan het niet, zou je denken. Hij heeft ze op de dag des Heren meegenomen naar de kerk. Helaas gaat die gewoonte om de wekelijkse rustdag te beginnen met kerkbezoek in ons land en in West Europa verloren. U houdt eraan vast, ik feliciteer u daarmee. Een vriend van mij die priester is in Bangladesh schreef dat de katholieken daar begin februari een noveen bidden tot Antonius van Padua die eindigt met een groot feest. Elke dag is er dan ’s morgens om 6.30 u en ’s middags om 16 u. een viering en dagelijks komen daar 8000 à 9000 mensen naar toe. Dat zal hier niet zo vlug gebeuren. We zijn geseculariseerd, geëmancipeerd. Dat is op sommige punten een vooruitgang. Maar toch mogen wij ons ook wel afvragen of we door die seculariserende beweging gelukkiger zijn geworden? Niet dat we zouden moeten terugkeren naar vroeger. Maar het is toch goed te beseffen dat ons leven rijker is dan dat we het enkel maar tijdelijk goed hebben. We leven voor elkaar, we leven voor de eeuwigheid. Wij mogen Gods nabijheid in ons leven als een welkdaad dankbaar aannemen, en daarin troost vinden in moeilijkheden. Jezus is gekomen om die band tussen hemel en aarde zichtbaar te maken en voor ons beleefbaar. In de synagoge, we hoorden het de vorige week, bracht Jezus iedereen in verbazing  door op spectaculaire wijze een bezetene te bevrijden van een onreine geest. De mensen hebben het erover, maar Jezus wil niet in het centrum staan; Hij trekt zich met zijn leerlingen terug in de woning van Simon. Na de viering is er daar koffie, om het maar zo voor te stellen. De Heer gaat bij de familie van Simon op de koffie. Blijkbaar heeft Simon zijn schoonmoeder op bezoek. Misschien woonde zij bij hem in, of misschien woonde Simon met zijn vrouw bij die schoonmoeder in. Dat blijven open vragen. Die schoonmoeder ligt ziek te bed. Eigenlijk komt het dus niet zo goed uit dat daar nu een hele groep mannen komt binnenvallen! Hoe gaat Jezus met deze situatie om? Hij gaat naar de zieke toe, pakt haar bij de hand, zeker heel bijzonder in die tijd: een rabbi raakte geen dames aan, en “deed haar opstaan”. Dat is wat Jezus doet: Hij doet mensen opstaan, Hij zet een mens op zijn of haar voeten, Hij doet ons verrijzen. De schoonmoeder van Petrus komt overeind, zij voelt zich herboren. Het contact met Jezus is voor de vrouw weldadig. Misschien was zij wel ziek van het besluit van haar schoonzoon Simon om de visserij op te geven en zich bij Jezus aan te sluiten. Want hoe moest het nu in huize Petrus? Wie zorgde voor zijn vrouw, haar dochter? Maar aangeraakt door Jezus verandert haar mening, en zij krijgt vertrouwen in de situatie. Zij staat op en bedient hen. Er heerst weer vrede in het huis. Dit gebeurt in het huis van Simon, maar we kunnen ons voorstellen hoe snel zo’n gerucht zich verspreid heeft. Het gonst in Capharnaum, en als tegen de avond de sabbatsrust niet meer gehouden hoeft te worden komt alles in beweging en brengt men alle zieken en bezetenen voor de woning waar Jezus verblijft. Blijkbaar ging er heel wat leed schuil achter de pittoreske woningen van het vissersplaats. `Jezus genas velen die aan allerhande ziekten leden en dreef tal van geesten uit’. Daar broeide heel wat kwaad, veel ellende. Jezus maakt er korte metten mee.

En de evangelist openbaart ons ook de krachtbron van zijn optreden. Hij put zijn kracht uit het verborgen gebed. Nog diep in de nacht gaat Hij naar buiten en zoekt een plaats waar Hij alleen is met zijn hemelse Vader. Dat stille nachtelijke gebed is zijn geheim, daar vindt Hij troost en inspiratie om zijn zending te vervullen, in de verbondenheid met de bron van alle leven, van alle liefde, in de diepste eenheid met de Eeuwige. De verbondenheid tussen Vader en Zoon in de Heilige Geest, zij gaat ieder menselijk begrip te boven, zowel taal als inzicht schieten te kort. Maar uit wat de Bijbel erover meedeelt weten wij dat dit de oorsprong en het einddoel vormt van al wat is. Bron en einddoel van heel de schepping. Ook als mens heeft Jezus behoefte aan stilte en eenzaamheid om zich hierin te verliezen. Simon en zijn gezellen, de mannen die Hij kort tevoren zelf geroepen had om Hem te volgen, achtervolgden Hem nu. Fijn om leerlingen te hebben, maar ook lastig soms! Zij waren er nog niet aan toe te worden ingewijd in het intieme mysterie van zijn god verbondenheid.  Hij moest eerst volbrengen waartoe Hij gekomen was: het aankondigen van Gods Koninkrijk, de oproep tot bekering.

Bij het volgen van Jezus hoort dat wij Hem ook volgen in het gebed. Zelf heeft Hij ons geleerd het Onze Vader te bidden. Wat is het mooi als kinderen dat van hun ouders mogen leren, en meekrijgen als een schat, een troost in moeilijkheden, en altijd een uitzicht op waar het in het leven werkelijk om gaat. Wij mogen ons daarin verenigen met het gebed van Jezus, waarvan Simon en de andere de ongenode gasten waren hier buiten Kapharnaum, en straks op de Thabor de bevoorrechte ooggetuigen. Dat gebed richt ons op en geneest ons, het draagt de wereld en brengt de mensheid naar haar bestemming, het brengt ons allen thuis.

br Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden